top of page

Als we het hebben over onze zintuigen, dan spreken we meestal over de 5 zelfde: horen, zien, voelen, ruiken en smaken.

Maar… we hebben er meer!

Hier wat meer over ons vestibulair systeem, het zintuig dat wellicht het meest over het hoofd wordt gezien…

Ons binnenoor bestaat uit 3 halfcirkelvormige kanalen. Aan de uiteinden hiervan bevinden zich 2 verdikkingen die we de sacculus en de utriculus noemen. Deze zijn gevuld met een vloeistof, waarin kristallen van calciumcarbonaat zwemmen. Binnenin de sacculus et utriculus bevinden zich trilharen. Deze zijn heel gevoelig voor de druk van de vloeistof en de bewegingen van de kristallen, wanneer we ons hoofd bewegen.

Wanneer deze trilharen geprikkeld worden, gaan de signalen door naar onze hersenen. Ze geven daar informatie over over de positie van ons lichaam in de ons omringende ruimte.

Als we bijvoorbeeld struikelen, dan is ons lichaam eventjes uit evenwicht. De bruuske beweging van ons hoofd zal, via onze binnenoren aan de hersenen signalen met betrekking tot onze houding en positie doorgeven, zodat we razendsnel onze bewegingen kunnen aanpassen om niet te vallen. Ons evenwichtssysteem heeft connecties met alle spieren van het lichaam en zorgt voor onze motoriek, balans en lichaamshouding. Het systeem is dan ook is zeer belangrijk voor houding, beweging, zelfbeeld,...

Het vestibulaire systeem is eigenlijk het kompas van ons organisme. Het helpt ons lichaam te oriënteren in de ruimte. Het vestibulaire systeem is ons evenwichtszintuig.

Elk deeltje in ons binnenoor dat deel uitmaakt van dit systeem wordt gestimuleerd door specifieke bewegingen.

De sacculus en utriculus worden gestimuleerd door verticale bewegingen. Denk maar aan het springen op een trampoline, of het op- en neergaan als we touwtjespringen.

De half-cirkelvormige kanalen worden geprikkeld wanneer we voor- en achterwaartse bewegingen maken. Wanneer we op de schommel zitten, bijvoorbeeld. En wanneer we van links naar rechts schommelen. Zoals bij het spelen in een hangmat, of het slingeren aan een boomtak.

Ronddraaiende bewegingen, zijn een combinatie van alle voorgaande bewegingen en vormen een sterke stimulatie van ons vestibulaire systeem.

Wanneer dit zintuig goed is ontwikkeld draagt dit bij aan een goede coördinatie, een correct lichaamsbewustzijn en een dynamisch evenwicht. Je kan bijvoorbeeld rustig van steen tot steen springen om een rivier over te steken.

Wanneer ons vestibulair systeem onvoldoende ontwikkeld is, lopen we vaak op tegen dingen, struikelen dikwijls, komen vaak te dicht in iemands persoonlijke bel wanneer we er tegen spreken of vallen vaak. Dit komt omdat we geen accurate info ter beschikking hebben over waar ons lichaam zich in de omgeving bevindt.

Bovendien heeft dit een grote invloed op onze andere zintuigen.


De samenwerking met de houdingsspieren (proprioceptie) zorgt voor verschillende houdingsreflexen.

Het vestibulaire systeem stuurt voornamelijk signalen naar neurale structuren om oog- en houdingsspieren te beïnvloeden.

De samenwerking met de oogspieren zorgt voor de vestibulo-oculaire reflex. Deze zorgt er voor dat we onze blik gericht kunnen houden op een bepaald object terwijl ons hoofd en/of lichaam beweegt. Deze reflex speelt een belangrijke rol bij onze coördinatie.


Ons evenwicht is sterk verbonden met ons gehoor. De evenwichtszenuw (nervus vestibularis) vormt samen met de gehoorzenuw (nervus cochlearis) onze achtste hersenzenuw (nervus vestibulocochlearis).

Het gevoel voor tijd en ruimte, timing is essentieel. Wij kunnen bijvoorbeeld horen dat de auto die achter ons is dichterbij komt en hoe hard hij rijdt zonder het te zien. En hoe lang het ongeveer duurt voor ik opzij moet gaan. We reageren dus motorisch op iets wat wij horen. Bovendien blijkt dat het slakkenhuis in het binnenoor in staat is de hersenen en het lichaam energetisch op te laden, waarbij vooral hoge tonen een belangrijke rol spelen.

Dr. Jean Ayres wijdde haar leven aan het bestuderen van de zintuigen en meer bepaald het vestibulaire systeem. Zij zei: ….

“Het vestibulaire systeem (netwerk van zintuigen) is het verenigende systeem. Alle andere sensaties worden verwerkt in verhouding met deze basis vestibulaire informatie ... Wanneer het vestibulaire systeem niet op een consistente en nauwkeurige manier functioneert, zal de interpretatie van andere sensaties onsamenhangend en onnauwkeurig zijn en zal het zenuwstelsel problemen hebben ' aan de slag ' te gaan. “ (Ayres 2000, 37)

Wanneer kinderen in de klas de hele tijd bewegen, wanneer van hen verwacht wordt dat ze stil zitten op hun stoel, heeft dit vaak te maken met een onvoldoende ontwikkeld vestibulair systeem.

Door heen- en weer te bewegen wordt het vestibulaire systeem geprikkeld en wordt er beroep gedaan op het evenwicht.

Wanneer kinderen voelen dat ze zich niet meer kunnen concentreren, maar toch verder de les willen volgen, is wiebelen een optie. Hierdoor wordt het vestibulaire systeem geprikkeld, waardoor de zintuigen op scherp worden gezet om verder te kunnen lezen of luisteren.

Sommige kinderen maken lawaai, of luisteren naar muziek tijdens hun huiswerk. Want, net als de schommelende bewegingen, helpen deze prikkels om na te denken en alert te blijven.

Andere kinderen hebben behoefte hun tastzin aan te spreken als bondgenoot om aandachtig te kunnen werken. Ze leggen van alles op het bureau, steken het in hun mond, zitten ermee te prutsen… Of ze draaien rond op hun bureaustoel.

Moeilijk om te begrijpen voor volwassenen, die eerder rust nodig hebben om zich te kunnen concentreren…

Deze strategie om het vestibulaire systeem aan te spreken, heeft ook een nadeel: vaak is de stimulatie te hevig voor de hersenen. De beweging helpt op het ogenblik zelf om beter geconcentreerd te blijven, maar geeft aan het lichaam verwarrende informatie.

Kinderen die nood hebben aan de stimulatie van hun vestibulaire systeem, houden vaak van activiteiten waarin ze beroep moeten doen op hun evenwicht: rolschaatsen, skaten, schommelen,…

Kinderen daarentegen die een heel gevoelig vestibulair systeem hebben, vermijden deze activiteiten dikwijls. Ze hebben vaak ook meer tijd nodig om te leren fietsen. Ze hebben niet genoeg vertrouwen om zich achterover te durven laten gaan. Achterwaartse koprol en zwemmen op de rug zijn moeilijk of onmogelijk. Ze hebben hierbij zoveel schrik, dat ze volledig vastlopen. Ronddraaiende bewegingen op draaimolens in het pretpark of de kermis brengen hen vaak in paniek.

Toegegeven, wanneer je als volwassenen nooit deze moeilijkheden hebt gekend, is het niet eenvoudig je in te leven in de schrik van deze kinderen. Het is nochtans heel belangrijk om te luisteren en rekening te houden met hun schrik en fysieke beperkingen.

De ontwikkeling van het vestibulaire systeem gebeurt reeds in utero.

Vanaf de conceptie zijn de cellen onderhevig aan de zwaartekracht.

Het vestibulaire systeem, ontworpen om bewegingen van hoofd en lichaam te registreren evenals de invloed van de zwaartekracht, begint zich bij de foetus te ontwikkelen vanaf ongeveer 8 weken.

Aanvankelijk beweegt het ongeboren kind passief mee met de bewegingen van de moeder. Maar al heel snel kan het kind zelf al bewegen. Moeders ervaren dit soms al vanaf de 16de zwangerschapsweek.

Vanaf ongeveer 25 weken is de vestibulaire waarneming functioneel: dit is het ogenblik waarop de foetus een oprichtreactie vertoont. Steeds meer probeert de ongeboren baby zich te oriënteren in de buik en past zijn houding aan aan de positie van het moederlichaam.

Of het vestibulair systeem dan al gebruikt wordt om positie te bepalen, is nog onbekend. Wel weten we dat de foetus vaak in een voorkeurshouding ligt. Dit betekent dat een grondrepertoire van bewegingen reeds voor de geboorte voorbereid en geoefend wordt. Krijgt het kind in deze fase van de zwangerschap om één of andere reden niet de kans om volwaardige ervaringen op te doen wat betreft waarneming van beweging in en communicatie met het moederlichaam, dan kan de basis voor latere bewegingspatronen niet voldoende gelegd worden.

In de laatste fase van de zwangerschap verminderen de bewegingen. Het kind heeft dan minder bewegingsruimte. Het komt dan tot rust om zich voor te bereiden op de geboorte.

Wanneer kinderen met een gebrek aan de juiste stimulaties op vestibulaire gebied in utero geboren wordt, kan dan ook niet terugvallen op een correcte basis om zich veilig te voelen in zijn lichaam.

Dit kan het geval zijn bij baby’s die huilen van zodra ze in bed worden gelegd. Zachte wiegende bewegingen, kalmeren onmiddellijk, want die stimuleren zijn vestibulaire systeem.

Wanneer het kind groter is, heeft hij het vaak moeilijk alleen te slapen in het donker in zijn kamer. Zonder licht heeft hij schrik zich niet voldoende te kunnen oriënteren en vaak wil hij dat er een lampje aanblijft.

Een kind straffen omdat hij oplossingen zoekt die zijn lichaam hem aanbieden – zoals wiebelen op zijn stoel of een lampje aan willen - wordt logischerwijs door elk kind als extreem onrechtvaardig ervaren. Het kind krijgt de boodschap dat zijn aanvoelen niet correct is, wat juist wél zo is. Straffen leidt er dan ook toe dat kinderen zich afsnijden van hun eigen gevoelens.

Eerder dan een kind terechtwijzen, is het beter de stimulaties te gebruiken als kwaliteit en ze aan te bieden als mogelijke piste.

Denken we maar aan het gebruik van een anti-stressbal, het recht op bewegingstussendoortjes, een boodschap overbrengen voor de juf in een andere klas, een flexibele klasopstelling waarin kinderen vanzelf van houding variëren, schommelen, wiegactiviteiten…

Een eventuele begeleiding door een therapeut die thuis is in deze materie kan voor sommige kinderen ook wenselijk zijn.


Bronnen:

  • Hanscom Angela, Balanced and barefoot. New Harbinger Publications inc. 2016

  • Maisonneuve Marie-Claude, Maman, papa, j’y arrive pas! Comprendre et agir sur les causes physiologiques des difficultés scolaires et comportementales de son enfant. Editions Quintessence. Aubagne-Cedex. 2008

  • Silbernagl, S., Despopoulos A. & van der Steen, J.C. Sesam Atlas van de fysiologie. Bosch & Keuning. 1998

  • Roosen Christien. Vroegtijdige onderkenning van kinderen met tactiele en/of vestibulaire verwerkingsstoornissen. 1996-1997

  • https://www.tomatis.nl


bottom of page